Atopisch eczeem
Constitutioneel eczeem
Gepubliceerd op: 20 januari 2022Atopisch eczeem ofwel constitutioneel eczeem, is een vorm van eczeem die zich in de meeste gevallen, niet altijd, al op kinderleeftijd openbaart. Atopisch eczeem bij baby's wordt ook wel dauwworm genoemd.
Kinderen en volwassenen met een atopisch eczeem zijn vaak onder controle bij de dermatoloog.
Het verloop van atopisch eczeem is moeilijk te voorspellen; als het op zuigelingenleeftijd ontstaat, is de kans groot dat het op latere leeftijd vanzelf weer verdwijnt. Maar soms is het eczeem chronisch of komt het later terug. De aanleg voor het eczeem blijft altijd.
Overgevoeligheid
Atopisch eczeem gaat gepaard met een erfelijke aanleg om allergisch te reageren op stoffen of prikkels uit de omgeving. Deze erfelijke aanleg heet atopie. De allergische reactie kan zich uiten op een aantal plaatsen van het lichaam:
- op de huid als eczeem;
- in de slijmvliezen van neus en ogen als hooikoorts;
- in de luchtwegen als astma of bronchitis.
Klachten bij atopisch eczeem
De klachten van atopisch eczeem bestaan in de chronische fase uit
- hevige jeuk
- droge, rode en schilferende huid.
Sommige patiënten hebben ook last van
- bultjes
- blaasjes
- korstjes
- vochtafscheiding.
Oorzaak
De precieze oorzaak van atopisch eczeem is onbekend, maar het lijkt een combinatie van een aantal factoren met erfelijke aanleg.
Door de erfelijke aanleg is er sprake van een verstoorde barrièrefunctie (bescherming) van de huid. Hierdoor houdt de huid geen vocht vast en ontstaat een droge huid. Deze uitdroging wordt als belangrijke trigger van atopisch eczeem gezien. Een verstoorde huidbarriere geeft tevens een verhoogd risico op infecties en de ontwikkeling van contactallergieen.
Een aantal (niet-allergische) factoren kunnen het eczeem verergeren. Dit zijn bijvoorbeeld:
- uitdroging van de huid door watercontact of zeepgebruik;
- droog en koud weer in de winter;
- broeierige omstandigheden en zweten;
- wollen of synthetische kleding.
Invloed allergieën
Allergiën voor inhalatie-allergenen (allergenen die je via de lucht binnen krijgt) of voedings-allergenen lijken over het algemeen geen rol te spelen bij de verergering van eczeem. Zoals gezegd gaat atopisch eczeem gepaard met een erfelijke aanleg om overgevoelig te reageren op stoffen of prikkels uit de omgeving. Veel mensen met atopisch eczeem zijn dan ook 'gesensibiliseerd'; dat wil zeggen dat er antistoffen tegen deze stoffen in het bloed te vinden zijn. Voorbeelden van de stoffen waar deze mensen overgevoelig op kunnen reageren zijn:
- huisstofmijt;
- stuifmeel van grassen en bomen;
- huidschilfers van honden en katten;
- koemelk;
- pinda’s;
- vis;
- noten.
Het nut van deze allergietesten bij atopisch eczeem staat ter discussie. De aanwezigheid van antistoffen in het bloed wil niet zeggen dat iemand ook daadwerkelijk allergisch reageert op deze stoffen. Een allergie tegen deze stoffen is niet de oorzaak van eczeem. Als er toch sprake is van een allergie, blijkt over het algemeen het contact met deze stoffen weinig tot geen invloed te hebben op het beloop van het eczeem. Zo is aangetoond dat het verminderen van contact met huisstofmijt bij iemand met een aangetoonde huisstofmijtallergie geen vermindering geeft van het eczeem. Ditzelfde lijkt het geval te zijn met allergieen voor voedingsmiddelen en eczeem.
Bij baby's kan een voedselallergie wél een bestaand eczeem verergeren en kunnen allergietesten wel zinvol zijn.
Wel speelt bij veel mensen met atopisch eczeem een contactallergie een rol. Dat wil zeggen dat de huid reageert op een stof waarmee het direct in contact komt. Voorbeelden zijn parfumstoffen of conserveermiddelen in cremes. Een dergelijke allergie draagt vaak bij aan een verergering van het atopisch eczeem.
Om zo'n contactallergie aan te kunnen tonen worden plakproeven verricht. Hierbij krijgt men gedurende 2 dagen een aantal plakkers op de rug. Deze plakkers bevatten contactallergenen. Als men allergisch is ontstaat er een rode, jeukende plek. De test wordt afgelezen op dag 2 en nogmaals een dag later omdat het soms wat langer duurt voor er een reactie ontstaat.
Diagnose stellen
De diagnose atopisch eczeem kan gesteld worden door de huid te bekijken. Meestal zijn hier geen aanvullende onderzoeken voor nodig.
Behandelmogelijkheden
Zalven
De eerste behandeling bestaat uit zalven. De basis hierbij is het goed vet houden van de huid door middel van vette zalf. Deze vette zalf fungeert als cement tussen de huidcellen en herstelt de huidbarriere. Als dit onvoldoende effect heeft, kan naast de vette zalven gestart worden met hormoonzalven of zalven die het immuunsysteem in de huid onderdrukken (tacrolimus of pimecrolimus) en/of teerzalven.
Lichttherapie
Als de zalven geen of te weinig effect hebben, is lichttherapie een mogelijkheid.
Medicijnen
Soms is een behandeling met tabletten noodzakelijk. Dit kan een stootkuur (een korte kuur) met prednison zijn of een wat langere behandeling met ciclosporine of methotrexaat (middelen die het immuunsysteem onderdrukken). Tot slot is soms behandeling met antibiotica noodzakelijk; bacteriële infecties bij eczeem treden gemakkelijk op aangezien de beschermende werking van de huid verstoord is.
Biolgical Dupilumab
Als bovenstaande behandelingen optimaal benut zijn maar onvoldoende effect hebben beschikken we sinds kort over een biological voor eczeem: Dupilumab.
Dupilumab is een biological; een natuurlijk eiwit, gericht tegen bepaalde stoffen betrokken bij de ontsteking en jeuk bij eczeem.
Vanwege de hoge kosten en het feit dat het nog een nieuw middel betreft waar de lange termijn effecten nog niet van bekend zijn wordt het middel alleen vergoed en voorgeschreven als patienten een voldoende ernstig eczeem hebben en alle andere mogelijk therapieën gehad hebben (alle zalven, lichttherapie en ciclosporine of methotrexaat).
Dupilumab wordt in het vetweefsel gespoten. Na een oplaaddosis (start) van 2 keer spuiten daarna 1 keer spuiten per 2 weken.
De meest voorkomende bijwerking is ontsteking van het oogslijmvlies.
Wat u zelf kunt doen
Patiënten met atopisch eczeem kunnen er zelf voor zorgen zoveel mogelijk verergerende factoren te voorkomen.
- Voorkom uitdroging door zo min mogelijk watercontact. Dit kan door het douchen te beperken, kort en lauw te douchen en de huid goed vet te houden (dus dagelijks de huid goed in te vetten);
- Gebruik geen zeep;
- Vermijd wollen en synthetische kleding;
- Probeer zo min mogelijk te krabben. Knip de nagels goed kort en draag ’s nachts bijvoorbeeld verbandhandschoenen.
De dermatoloog kan een specifiek behandelplan opstellen.
Laatst bijgewerkt op: 20 januari 2022